Zoeken in deze blog

zaterdag 15 juni 2013

Jonge kinderen met eetstoornissen - in de media

De voorbije dagen werd via verschillende mediakanalen aandacht besteed aan de zorgwekkende stijging in het aantal jonge kinderen met eetstoornissen (zoals anorexia en boulimia nervosa).

Volgens cijfers van de FOD Volksgezondheid spreken we in de periode tussen 2005 en 2010 over 1.374 minderjarigen die met een eetstoornis werden opgenomen in een psychiatrische dienst. Daarvan behoort de meerderheid tot de categorie 14- tot 17-jarigen, maar ook steeds meer jonge kinderen kampen met een eetstoornis.

In een artikel van De Standaard lezen we daarnaast dat bij 55 procent van de minderjarigen de behandeling niet helpt.

‘Bij een vierde van de opgenomen kinderen is er sprake van een chronische toestand of zelfs een overlijden door ondervoeding of zelfdoding’, aldus Lijnen donderdag in Het Belang van Limburg. Hoe jonger het patiëntje, hoe slechter de prognose. Kinderen die voor hun puberteit eetstoornissen krijgen, hebben het moeilijker om deze helemaal te overwinnen.

Kinderen willen niet zozeer slank zijn
Experts zien een groeiend probleem bij kinderen uit het vierde, vijfde en zesde leerjaar. Bij hen heeft het eetstoornis vaak een andere oorzaak dan pubers of volwassenen. ‘Bij jonge kinderen speelt het schoonheidsideaal nog niet zo hard mee. Velen van hen krijgen ‘per ongeluk’ met anorexia te maken. Ze worden gepest, voelen zich slecht in hun vel, hebben minder eetlust en vallen af’, verklaart kinderpsychiater Annik Simons vandaag in De Morgen. ‘Dat trapt veranderingen in de hersenen op gang, waardoor ze zich angstig en dwangmatig vastklampen aan dat gedrag. Krijgen ze een complimentje omdat ze er goed uitzien, dan wordt dat idee alleen maar sterker.’
In het radioprogramma Hautekiet pleit Myriam Vervaet, docente medische psychologie, dan ook voor een gerichte aanpak. Waar pubers en volwassenen baat hebben bij individuele therapie om hun zelfbeeld op te krikken, moeten kinderen volgens haar worden behandeld met groepstherapie waar ook hun familie wordt bij betrokken.
Verbod op proana-websites
Volgens senator Lijnen laten kinderen zich vaak leiden door proana-websites, websites waar lotgenoten elkaar tips geven hoe ze zo weinig mogelijk calorieën kunnen binnenkrijgen en hoe ze het verborgen kunnen houden voor hun omgeving, maar ook met foto’s van graatmagere modellen en sterren die dienen als voorbeelden van ‘thinspiration’. Lijnen pleit voor een verbod voor zulke sites, net zoals dat in de Verenigde Staten en Spanje al langer van kracht is.
‘Sommige ouders hebben me al gewaarschuwd: dat de kinderen die daar met elkaar praten patiënten zijn, dat we ze niet mogen criminaliseren door die sites te bannen. Maar de cijfers zijn zo hard dat we onze kop niet in het zand mogen steken’, aldus Lijnen in De Morgen.
Ook Simons en kinderpsychologe Marijke Bisschop vindt dat we onze kinderen moeten beschermen tegen die sites. ‘Ik heb weet van meisjes die vanaf hun negende op proana-sites zitten, dat is zeer beangstigend’, aldus Bisschop. De sites fungeren als vluchtoord en houvast voor de jongeren, maar kunnen levensgevaarlijke gevolgen hebben.

Reactie AN-BN

Als vereniging die personen met eetstoornissen en hun naasten vertegenwoordigt, denken wij dat er op zich andere prioriteiten zijn dan een verbod op pro-ana-sites. We denken hierbij o.a. aan volgende elementen:
  • mediawijsheid: kinderen en ouders leren omgaan met media (in de brede zin van het woord)
  • inzetten op het ontwikkelen en leren kennen van sterktes, talenten en zelfvertrouwen
  • leren dat je jezelf mag zijn
  • copingvaardigheden: jongeren leren hoe ze kunnen omgaan met moeilijke gevoelens of problemen
  • ondersteunen van ouders: hoe kunnen zij hun kinderen weerbaar maken tegen de uitdagingen van onze maatschappij (in het algemeen, maar ook specifieker wat betreft mediawijsheid - weten ouders eigenlijk wel wat hun kinderen online doen? hoe kunnen zij ouderlijk toezicht houden op dit soort online activiteiten?).
Het is erg jammer dat eetstoornissen nu in beeld gebracht worden, alsof ze steeds uitgelokt zouden worden door pro-ana-websites. Dat is echter nooit de echte oorzaak... Door dit soort berichtgeving wordt de immense complexiteit van eetstoornissen onvoldoende genuanceerd weergegeven. Eetstoornissen hebben te maken met zelfvertrouwen, angsten, copingvaardigheden, je plaats moeten zoeken in een complexe wereld, zoeken naar controle, aansluiting willen vinden, (graag) gezien willen worden als een individu,...


Het lijkt ons verstandig om er eerst eens het bestaande onderzoek bij te halen. Een waarschuwing weerhoudt bijvoorbeeld al 1/3 mensen om door te klikken naar een pro-ana-site, blijkt uit onderzoek. En nog ander onderzoek toont dat mensen om heel verschillende redenen gebruik maken van dergelijke sites (om af te vallen, maar net zo goed omdat ze op zoek zijn naar lotgenoten die hen begrijpen, die weten hoe het voelt om met jezelf in de knoop te zitten).
Het lijkt daarom belangrijker om deelnemers aan zo'n sites de kans te bieden om openlijk in gesprek te gaan. En om eventueel met informatieve boodschappen te werken, zoals het centrum ter preventie van zelfdoding doet als er ergens berichten over suïcide verschijnen: zo hoor je op tv vaak 'Wie vragen heeft over zelfdoding, kan terecht op het nummer...'
Wij vinden het als zelfhulporganisatie erg jammer dat in artikels of bij nieuwsitems slechts zelden verwezen wordt naar onze website (www.anbn.be), aangezien mensen daar toch terecht kunnen met vragen naar informatie en lotgenotencontact.

Verbieden kan als gevolg hebben dat mensen weer andere wegen zullen zoeken om tips te vinden... Ook op Facebook (in geheime groepen) of op andere sociale netwerksites kunnen dergelijke bewegingen 'ondergronds' verder blijven bestaan. Het lijkt ons niet zinvol om dat nog wat in de hand te werken... Zelf horen we regelmatig dat mensen zelfs tips opzoeken in gewone leesboeken, of in handboeken psychopathologie. Moeten we die dan ook maar verbieden?
In Frankrijk werd een omstreden wet goedgekeurd waarbij iedereen die aanzet tot magerzucht kan veroordeeld worden. Misschien is het zinvol om bij de buren eens te gaan horen wat de voor- en nadelen zijn gebleken van zo'n wetgeving en of er inderdaad geen ongewenste neveneffecten bestaan.

Tenslotte vinden we het erg juist en zinvol dat dr. Simons in het artikel aan het woord gelaten wordt en dat zij aangeeft dat eetstoornissen bij jonge kinderen doorgaans helemaal niets met pro-ana of modellen ofzo te maken heeft.

Zelf hebben we de ervaring dat jonge kinderen, maar ook volwassen vrouwen daar eigenlijk zelden of nooit mee bezig zijn. Bij jongeren met eetstoornissen zien we inderdaad soms wel dat ze op zoek gaan naar 'thinspiration', maar we merken dat ze net zo goed getriggerd worden door magere nieuwsankers, paspoppen of zelfs gewoon 'mensen in de straat'. Die 'voorbeelden' zijn niet de oorzaak van een eetstoornis, maar ze kunnen wel problemen uitlokken en in stand houden. De oorzaken liggen op andere terreinen...

Goed dat er aandacht is voor de problematiek! Maar laat ons hopen dat er niet zomaar naar gemakkelijke oplossingen gezocht wordt, die niets aan de kern van de zaak doen... Namelijk dat er heel wat kinderen (en mensen in het algemeen) zijn die zich niet meer veilig voelen in hun vel en bij uitbreiding in onze chaotische, veeleisende samenleving...
 
 
 

Geen opmerkingen: